Historie van het kerkgebouw
Dit gebouw is van oorsprong een Joodse synagoge, gebouwd in 1827. De historie begint waarschijnlijk in de 17e eeuw. Het is bekend dat in 1656 de Doopsgezinde Gemeente een schuilkerk had aan de Turfmarkt achter de Lange Groenendaal. De Doopsgezinden werden in die tijd ook wel waterlanders genoemd, omdat ze veelal uit het noorden van Noord-Holland kwamen. Alle niet tot de staatskerk behorende groepen kwamen in die tijd in schuilkerken samen. Langs de Gouwe zijn er ook diverse te vinden zoals de Oud Katholieke kerk, de niet meer in gebruik zijnde Remonstrantse kerk bij de Keizersstraat en de Christelijk Gereformeerde kerk.
Het gebouw dat achter de Vrije Evangelische Gemeente (VEG) gestaan heeft, dateerde uit de 17e eeuw. Door het teruglopen van het ledenaantal van de Doopsgezinde Gemeente werd de kerk in 1798 verkocht aan de Joodse Gemeente voor 800 gulden. In die periode brak een nieuw tijdperk aan voor de Joodse gemeenschap, die tot dan toe weinig rechten had. In 1795, bij het uitroepen van de Bataafse Republiek, kon men vrij samenkomen. Men deed dat in een huis aan de Lange Groenendaal noordzijde, dus ongeveer achter ons kerkgebouw, ten huize van de familie Cats.
Joden vestigden zich in de naaste omgeving zoals de Naaierstraat, Groenendaal en Turfmarkt. In 1823 werd bij Gedeputeerde Staten een verzoek ingediend om het oude gebouw af te mogen breken en aan de gracht een nieuwe synagoge te bouwen. Op 14 september 1827 was het inwijdingsfeest. De oude gebouwen achter de kerk werden later nog als Joodse school gebruikt. Helemaal achter in de tuin stond ook nog een reinigingsgebouw. In 1860 woonden in Gouda ongeveer 400 Joden. Buiten de singels was de Joodse begraafplaats gevestigd, eerst aan de Boelekade en later aan de Bloemendaalseweg.
Terug naar dit gebouw. In 1927 werd het eeuwfeest uitbundig gevierd, na de nodige restauraties. In de jaren ’30 kwam de dreiging en in het begin van de jaren ’40 de verschrikkingen in het bijzonder voor de Joden.. In 1942 en 1943 werden bijna alle Joden weggevoerd, een enkeling kon onderduiken en overleefde de oorlog. Waren er in 1940 nog 257 Joden in Gouda, in 1950 waren er slechts ongeveer 20. Daardoor was er geen Joodse Gemeente meer in Gouda.
Dit gebouw werd op 21 juni 1950 verkocht aan de VEG. Er was niet veel meer dan vier muren, een dak en een balkon, de plaats waar de vrouwen zaten. Zelfs de vloer was met moedwil kapot geslagen, evenals het meubilair. De VEG kwam van een te klein geworden gebouw aan de Zeugstraat. In 1960 werd het orgel in de kerk geplaatst en werd de achtergevel gewijzigd. Die bestond toen uit twee grote ramen, zoals de voorgevel, en een klein raam in het midden. De ramen werden dicht gemetseld en er werd een aanbouw geplaatst voor het orgel.
In 1979 is de kerk van binnen grondig opgeknapt; van lampen en een lambrisering voorzien.
In 2004 zijn de houten beschottingen verwijderd, evenals de verouderde gaskachel. De hoge houten preekstoel is vervangen door een meer eigentijdse katheder, met een podium waar plaats is voor een combo.
Historie van de kerkelijke gemeente
De VEG is sinds 1933 in Gouda gevestigd en is aangesloten bij de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten in Nederland. Deze gemeente is tussen 1890 en 1900 ontstaan uit de Evangelisatiekring of stadsevangelisatie Jeruël. Aan de basis hiervan stonden 5 jonge mannen die uit de geheelonthoudersvereniging kwamen. Zij vonden echter dat het kwaad van de drank vanuit de wortel moest worden bestreden: vanuit het verlossend evangelie van de Here Jezus Christus. Eén van de jongemannen was broeder Joh. de Gruyl, die tot zijn overlijden in 1961 ouderling is geweest van de gemeente. Deze 5 jonge mensen hielden bidstonden en trokken de stad in naar de hofjes en stegen waar veel armoede heerste. Zo kwamen zij ook veel kinderen tegen, waar ze een zondagsschool voor opzetten bij een familie Boerma thuis. Binnen korte tijd pasten de kinderen niet meer in de huiskamer en werd er een zaaltje gehuurd. Hierdoor ontstond er een breder kinderwerk; er was grote armoede en de kinderen kregen ook voedsel.
De gemeenteraad van Gouda werd ook met het armoedeprobleem geconfronteerd. Zij had veel waardering voor het werk van de genoemde broeders en stimuleerde het werk met subsidie; ook kwamen er particuliere giften. Dat was hard nodig: er waren dagen dat er aan 250 kinderen voedsel werd verstrekt! Maar… door dit alles werd er ook weer gemakkelijker contact met de ouders gelegd. De broeders konden hun motivering vanuit het evangelie doorgeven!
Toch bleef het pionieren; daarom zocht men een bredere basis. Die werd gevonden doordat men via een blad contact kreeg met de stadsevangelisatie Jeruël uit Rotterdam. Na overleg met hun bestuur werd de basis gelegd om ook in Gouda een stadsevangelisatie te stichten, met dezelfde naam. Na verloop van tijd werden er, naast de zondagsschool, ook diensten en bidstonden gehouden in een gebouwtje aan de Nieuwe Markt, hoek Lem Dulsteeg.
Op 18 december 1897 werd officieel de Evangelisatie Jeruël gesticht. Veel werk werd vooral inde achterbuurten van Gouda verricht. Jeruël nam haar plaats in, niet tegenover, maar naast andere kerken; onder het motto JEZUS ALLEEN. Dat stond toen én nu bij de preekstoel!
Door de groei van het werk – zeker toen er steeds meer een gemeente begon te ontstaan – voelde het bestuur de behoefte om een meer kerkelijke basis te hebben. In de diensten van Jeruël spraken diverse broeders uit verschillende Vrije Evangelische Gemeenten uit het hele land, o.a. ds. Van Paassen en ds. Arend Mooy.
In de jaren ’20 werden er regelmatig conferenties gehouden, waar deze predikanten voorgingen. In dezelfde tijd werd de kerkzaal aan de Zeugstraat nr. 38 betrokken, waar ongeveer 100 zitplaatsen waren. Vanaf 1927 waren er regelmatig contacten met andere VEG’s , o.a. Hilversum. Onder leiding van haar predikant werden contacten gelegd voor toetreding tot de Bond van de VEG. In 1932 leidde dat tot de stichting van een VEG te Gouda; de ledenvergadering ondersteunde dat unaniem. Zo was na 35 jaar Jeruël de VEG Gouda geboren.
Een kandidaat van de theologische opleiding, br. H.C. Leep, werd gevraagd om hulpprediker te worden. Toen hij na een half jaar afgestudeerd was, in 1933, werd hij beroepen en bevestigd als eerste predikant. Ds. Leep heeft de VEG Gouda in die jaren op de kerkelijke kaart van Gouda gezet. Er volgde een periode van gemeenteopbouw: naast de bidstonden en de straatevangelisatie (met zangbegeleiding van een klein draagbaar kofferorgeltje) ontstonden diverse activiteiten. Ds. Leep was de drijvende kracht, ondanks het feit dat zijn “salaris” soms op vrijdag en zaterdag nog met dubbeltjes en kwartjes bij elkaar gesprokkeld moest worden.
De oorlogsjaren waren voor iedereen moeilijk en angstig. Door de avondklok konden er ’s avonds praktisch geen activiteiten meer worden ontplooid. In de diensten waren wel eens spionnen van de bezetter, wat ds. Leep een verblijf van enkele angstige uren in de politiecel opleverde. Maar gelukkig is de gemeente betrekkelijk goed door de oorlog heengekomen.
In 1946 kreeg ds. Leep een beroep naar de VEG Rotterdam, dat hij aannam. De kerkenraad had het beroepingswerk voortvarend opgepakt: ds. Leep vertrok op 20 oktober en op 3 november deed ds. Van Wijck uit Oldebroek zijn intrede. Eind jaren ’40 en begin jaren ’50 was er een goed functionerend verenigingsleven: zondagsschool, ruim 100 kinderen; meisjesvereniging voor meisjes van 11-15 jaar; knapenvereniging voor jongens van 11-15 jaar; VEJO vanaf 16 jaar, was gemengd – uniek voor die tijd; zangkoor; jeugdkoor; zendingskrans; zendingscommissie; jongemannenvereniging en catechese. Met zoveel activiteiten is het niet vreemd dat de ruimte aan de Zeugstraat inmiddels te klein was geworden.
Van 1948-1950 werd gekerkt op diverse locaties in de stad, o.a. in de Remonstrantse kerk (hoek Gouwe/Keizerstraat), in de kleine kerk (Peperstraat), de Lutherse kerk (Gouwe) en in het Veemarkt café-restaurant. Inmiddels werd naarstig gezocht naar een geschikte eigen plek, die gevonden werd aan de Turfmarkt 23.
Door de tragiek die ons Joodse bevolkingsdeel had getroffen in de oorlogsjaren, waren er nog slechts enkele tientallen Joden in Gouda en omgeving. De synagoge, die van binnen met opzet totaal verwoest was, stond leeg en was te koop. De VEG heeft dit pand met achterliggende grond, bijgebouwen en de beide belendende woningen weten te kopen. In 1950 werd het gebouw na veel ploeteren van gemeenteleden met weinig middelen tot iets moois gemaakt. De kerk bood plaats aan ongeveer 160 personen.
Ds. Van Wijck was een echte Maranathaprediker, die heel veel mensen trok, zodat de kerk ’s morgens praktisch altijd vol was. Ook was er in die tijd jaarlijks een conferentie: 3 dagen midden in de week of deels in het weekend. Per dag ’s morgens een dienst, ’s middags bidstond/Bijbellezing en ’s avonds een Maranathadienst.
Eind jaren 50 werd het elektrische harmonium (meegekomen van de Zeugstraat) vervangen door een echt pijporgel, dat met veel acties bij elkaar gespaard was. Het werd “ingezongen” met Psalm 33 vers 2 oude berijming, waarin staat dat “het speeltuig die toon moet vervangen”.
Een naam die niet mag ontbreken als markante persoon in de periode van Jeruël, is die van broeder Wim Boot. Hij heeft de zondagsschool 40 jaar geleid, waarvan vele jaren als voorzitter. Voor deze inzet is hij in 1967 koninklijk onderscheiden.
In 1960 vertrok ds. Van Wijck naar Oude Pekela. De ontkerkelijking stak de kop op. Het ledenaantal liep terug. Ondanks deze ontwikkeling hadden we een goede tijd met ds. M. Nijkamp (1960-1963) en ds. H.E. van de Bij (1963-1968). Daarna heeft ds. Praas de gemeente gediend van 1968-1973. Na diens vertrek was de gemeente te klein om nog een eigen predikant te kunnen beroepen. Ds. Leep, onze eerste predikant, inmiddels met emeritaat, was in Waddinxveen komen wonen en lid van de gemeente geworden. De kerkenraad polste hem of hij consulent wilde worden voor bv. 1 dag per week. Maar … ds. Leep zag zoveel mogelijkheden en werk dat hij bijna de hele week actief in de gemeente bezig was. Een ware herder! Het ledental, dat gedaald was naar 70, nam weer toe. De diensten werden beter bezocht, jonge mensen deden belijdenis en er was een actieve VEJO-jongerengroep (15-22 jaar). Tot 1986 was ds. Leep actief in onze gemeente. In 1990 is hij op 84-jarige leeftijd overleden. In dat jaar kwam br. H.J. (Huug) Varkevisser als pastoraal werker in onze gemeente. Met zijn jeugdig elan – hij was pas 22 jaar – trok hij nogal wat jongeren naar de gemeente, die actief betrokken raakten. De stijgende lijn, ingezet onder ds. Leep, zette zich door en de gemeente groeide naar boven de 110 leden.
In 1998 moesten we helaas van Huug en zijn gezin afscheid nemen vanwege een beroep naar de VEG Hilversum. Na een jaar vacant te zijn geweest, nam in 1999 ds. K. Kruithof het beroep aan, dat wij samen met de VEG Hendrik Ido Ambacht op hem uitbrachten. Hij verdeelde zijn werkzaamheden over beide gemeenten. In deze periode (2004) is ons kerkgebouw grondig en in samenwerking met Monumentenzorg gerenoveerd. In 2007 nam hij, samen met zijn gezin, een beroep aan naar de VEG Oldebroek.
Vanaf september 2008 is Paul van der Loo onze gemeentelijk werker. Hij is een man, die in het midden van onze gemeente al actief was en na een bijbelschoolopleiding door de gemeente is beroepen.
We vertrouwen erop dat de God ons ook in de komende tijd zal leiden om mensen op de weg van de levende Heer te leiden.
Soli Deo Gloria
Hieronder meer links met informatie over ons gebouw.
http://www.groenehartarchieven.nl/themas/kerken-en-religieuze-gebouwen/synagoge-gouda
http://nl.wikipedia.org/wiki/Synagoge_%28Gouda%29